woensdag 19 juli 2023

Dag 24 - dinsdag 18 juli: Vercause (Drôme) - Jalornay-sur-Guye (Bourgogne)

Om precies 10 uur reden we weg uit Verclause. Gisteren hadden we de tank al volgegooid, bij de Super-U was de benzine het goedkoopst van alles wat we tot dan toe gezien hadden. Bij de bakker in Rosans haalden we wat voor een na-ontbijtje, we hadden al vroeg wat toastjes met jam gegeten. Ook kochten we twee pissaladières, raar woord maar het bestaat echt. Het zijn een soort kleine pizza’s, in dit geval belegd met gekarameliseerde ui en ansjovis. Een paardenbloem heet hier trouwens een
pissenlit. Ze weten er hier wel weg mee, die Fransen.

We besloten via Grenoble te rijden, en dat was een verstandige keus zo bleek. Ten eerste was het onwaarschijnlijk mooi en ten tweede ontzettend rustig. Nadat we de hoogste bergen gepasseerd hadden was het afgelopen met het bochtjesrijden en konden we wat meer opschieten. Om een uur of één stopten we bij een boulangerie/café, waar we onze zelf meegebrachte chocoladebroodjes opaten bij een voortreffelijke kop koffie. Er zat een grote groep wegwerkers naast ons, en toen een van hen zag dat wij nét in de zon zaten schoof hij een heel eind op zodat ook wij in de schaduw konden zitten. Er bestaan genoeg aardige mensen, soms zou je het haast vergeten. Toen ik ging afrekenen kon ik het niet laten de citroen-meringue-taartjes, die Bert al had zien staan, mee te nemen.

De route liep om Lyon heen zodat we ook daar geen enkele last van het verkeer hadden, hoewel het wel veel drukker was dan op het eerste traject. Ons doel was camping La Clochette, in Savornay -sur-Guye, een municipal. Die zijn eigenlijk altijd goed, en ook deze stelde ons niet teleur. In het dorp, prachtig in het groen en met zeeën van plaats. We konden maar kiezen. Om vier uur stond de tent en konden we ons overgeven aan het kampeerleven. We aten ’s avonds eerst een geitenkaasje wat we nog in de koelbox hadden, toen de pissaladières en als toetje de citroenmerengue. Wat een feestmaal!










Dag 23 – maandag 17 juli: Verclause

Wie Provence zegt, zegt lavendel. Dus maakten wij vandaag een tochtje naar Pont-Lagrand, waar je volgens de aardige dame van de VVV de mooiste velden kon vinden. We begonnen met een schitterende rit door het middelgebergte, naar het plaatsje Orpierre. We kwamen helemaal niemand tegen en dat was maar goed ook, want het waren weer allemaal smalle weggetjes. Zomaar uit het niets doemde Orpierre voor onze neus op. Een verrassend leuk plaatsje, klein, maar wel met twee restaurantjes waarvan er ééntje open was. Daar streken we neer op het terras dat goed in de schaduw lag. We aten er een hapje, of twee eigenlijk. Naast een uitstekend klaargemaakte gratin van aardappel, gorgonzola en spekjes, geflankeerd door een echt goed aangemaakte sla (dat moet je tegenwoordig maar afwachten, soms krijg je een bak onaangemaakte rucola met een halve lepel dressing erover, succes) namen we een toetje: citroen-meringue taart. Dat was alsof er duizend engeltjes op je tong piesten, zo lekker. Net toen wij weg wilden gaan schoven er drie bergbeklimmers aan, een jongeman die de twee anderen kennelijke gegidst had. Ze hadden een rots beklommen die zo’n beetje kaarsrecht omhoog stond, vergelijkbaar met El Capitán in Yosemite. De oudste van de drie, ik schatte hem begin vijftig, was totaal uitgeput. Ze waren die ochtend om half vijf begonnen en nu was het twee uur. Hij had een massage nodig, en een jacuzzi, en een infuus met bier. Volgens eigen zeggen.

Geheel verzadigd reden we verder, op naar de lavendel. Nou, dat viel tegen. We hadden al behoorlijk wat velden gezien onderweg, de een wat beter onderhouden dan de ander, maar dit was eigenlijk niks. Ach, maakte niet uit, het was sowieso een tocht die de moeite dubbel en dwars waard was. De lavendel van vroeger schijnt veel sterker van geur geweest te zijn, maar op een goed moment werden door een ziekte alle wortels aangetast waardoor er niets meer van over was. Men is toen een nieuw ras gaan kweken dat veel beter bestand was tegen ziekte maar ook minder geurig, waardoor er nu veel meer struiken nodig zijn voor een litertje lavendel (à €1200).

Bij de tent was het redelijk te doen in de schaduw. Echt honger hadden we ’s avonds niet meer na het copieuze middagmaal, maar een geitenkaasje met een stuk stokbrood ging er prima in. Het was onze laatste avond hier. Morgen vertrekken we richting Bourgogne. Het oorspronkelijke plan om nog naar de omgeving van Uzès te gaan, met de meest fantastische zaterdagmarkt, hebben we laten varen gezien de hoge temperaturen. Veertig graden, dat wordt ons echt teveel.

Ik moet nog even iets nuanceren wat betreft het schoonmaakverhaal van het sanitair. Afgelopen dagen is er elke dag gepoetst door Flo. Toen we bij hem afrekenden vertelde hij een verhaal dat ik hier niet precies uit de doeken ga doen, maar wat wel verklaart waarom het hem af en toe even niet lukt.







Ook uitgebloeid zijn bloemen mooi



En dan hier de kaart met de uiteindelijke route, onze overnachtingsplekken met rood onderstreept