Geheel verzadigd reden we verder, op naar de lavendel. Nou, dat viel tegen. We hadden al behoorlijk wat velden gezien onderweg, de een wat beter onderhouden dan de ander, maar dit was eigenlijk niks. Ach, maakte niet uit, het was sowieso een tocht die de moeite dubbel en dwars waard was. De lavendel van vroeger schijnt veel sterker van geur geweest te zijn, maar op een goed moment werden door een ziekte alle wortels aangetast waardoor er niets meer van over was. Men is toen een nieuw ras gaan kweken dat veel beter bestand was tegen ziekte maar ook minder geurig, waardoor er nu veel meer struiken nodig zijn voor een litertje lavendel (à €1200).
Bij de tent was het redelijk te doen in de schaduw. Echt honger hadden we ’s avonds niet meer na het copieuze middagmaal, maar een geitenkaasje met een stuk stokbrood ging er prima in. Het was onze laatste avond hier. Morgen vertrekken we richting Bourgogne. Het oorspronkelijke plan om nog naar de omgeving van Uzès te gaan, met de meest fantastische zaterdagmarkt, hebben we laten varen gezien de hoge temperaturen. Veertig graden, dat wordt ons echt teveel.
Ik moet nog even iets nuanceren wat betreft het schoonmaakverhaal van het sanitair. Afgelopen dagen is er elke dag gepoetst door Flo. Toen we bij hem afrekenden vertelde hij een verhaal dat ik hier niet precies uit de doeken ga doen, maar wat wel verklaart waarom het hem af en toe even niet lukt.
![]() |
Ook uitgebloeid zijn bloemen mooi |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten