zondag 23 juli 2023

En dan hier de kaart met de uiteindelijke route,
onze overnachtingsplekken met rood onderstreept

 

Dag 27 - vrijdag 21juli: Sint Geertruid – Groningen

Ik denk dat ik maar eens een coachingstraject bij mijzelf moet volgen. Om het kamperen eindelijk eens goed onder de knie te krijgen. Stap 1, je voelde hem al aankomen natuurlijk, is door ons namelijk niet goed uitgevoerd. Kennelijk hadden we het onderzeil niet goed genoeg teruggevouwen onder de binnentent waardoor we wakker werden in een waterbed. Er had zich een flinke plas gevormd onder het matje van Bert en het hele grondzeil was klets. Nu zou dat eigenlijk niet mogen gebeuren, maar het tentje is zoveel en zo intensief gebruikt dat enige slijtage te verwachten viel. Gelukkig is het goed te herstellen, ik moet gewoon de naden opnieuw sealen. Verder droogt alles wel weer op.

Niet alleen de slaapmat was nat, voor het eerst deze vakantie moesten we de tent ook nat afbreken. Met een polyester exemplaar is dat dan weer geen enkel probleem, we propten het dak in een vuilniszak en thuis zien we wel verder. De binnentent kregen we met een theedoek alweer vrijwel droog en de slaapmat ging ook nat in de hoes om thuis verder te drogen .

Om 10 uur reden we weg, dat is zo’n beetje de standaardvertrektijd geworden. We hadden heel rustig aan gedaan en uitgebreid de tijd genomen voor de koffie. Nauwelijks waren we op weg of het gelazer begon al. De tunnels bij Roermond waren dicht (zes weken lang, inmiddels nog vijf). Dat betekende omrijden via Eindhoven, zoals aangegeven werd óf, dat leek ons handiger, binnendoor afsteken. Dat bleek iedereen zo’n beetje gedacht te hebben. Over de eerste 30 km deden we dan ook anderhalf uur. Eenmaal op de snelweg werd het niet veel beter. Onder andere door de laatste dag van de vierdaagse in Nijmegen stond het verkeer meer stil dan het reed. Uiteindelijk hadden we file tot Assen, daarna werd het eindelijk rustiger.

Om kwart over vijf reden we ons woonerf op. Er waren wat buren buiten zodat we meteen aan de praat raakten, heel gezellig. Echt een dorp hier, middenin de stad. We sjouwden de spullen naar binnen, gooiden de wasmachine vol en ruimden een deel vast op. Ik deed snel wat boodschappen zodat we iets te eten hadden, en toen konden we ons overgeven aan het gevoel dat de vakantie nu echt voorbij was. Van het begin tot het eind was het fantastisch geweest. We hebben zóveel mooie dingen gezien, en streken verkend die we tot dan toe niet bezocht hadden, ontzettend leuk allemaal.

Terwijl ik dit schrijf, thuis aan de keukentafel, is het buiten nat en koud. Dat is dan wel weer jammer. Maar hoe dan ook kijken we terug op een supervakantie!

O ja, en de vervolgstappen van de cursus ‘Kamperen kun je leren’ verstrek ik op aanvraag graag geheel gratis maar zonder enige garantie. Ik blijk toch niet zo’n expert te zijn en heb mijn certificaat bij het oud papier gegooid.


Iedereen bedankt voor het meelezen en voor de reacties. Altijd leuk om te horen dat anderen er ook plezier aan beleven!

zaterdag 22 juli 2023

Dag 26 – donderdag 20 juli: Salornay – Sint Geertruid (Zuid-Limburg)

Kamperen kun je leren. Ik bied u, als zelfbenoemd en -gecertificeerd kampeercoach, de basisbeginselen van het kamperen aan in zes stappen. Daarna kunt u geheel zelfstandig de tent opzetten en genieten van uw vakantie. Tarieven op aanvraag (reken maar dat ze hoog zijn, ik moet er zelf ook van met vakantie). De eerste stap is gratis en volgt hieronder.

Stap 1.
Haal de tent uit de hoes. Leg op de plaats waar hij opgezet gaat worden een zogenaamde tentluier neer, of eventueel een iets dikker onderzeil. Zet de tent op volgens instructie. Nu het belangrijkste: vouw de randen van de tentluier helemaal naar onder en naar binnen, ónder het grondzeil van de tent. Zorg ervoor dat er niets uitsteekt, anders loopt eventueel regenwater zo onder de binnentent, vormt daar een plas en trekt dan door het grondzeil de tent binnen. Gegarandeerd natte slaapmat en -zak.


Ok, nu vanaf het begin. Op het plaatselijke marktje haalde ik vanmorgen vroeg drie geitenkaasje om mee naar huis te nemen. Bij de bakker vulde ik dat aan met croissants en verse quiches, alsmede – ik kon het niet laten – wederom twee citroen-meringue taartjes. Om tien uur reden we weg, richting huis. De route voerde ons binnendoor, van de ene ansichtkaart langs de andere. Zo mooi hier! En ook allemaal heel goed onderhouden. Het chateau de Sercy sprong er helemaal uit, werkelijk een plaatje. De reis verliep verder voorspoedig. Bert reed, en ik voorzag hem gevraagd en ongevraagd van commentaar. Zoals altijd. Gelukkig is hij eraan gewend 😊.

Om half zes passeerden we de Nederlands grens, nadat we in Luxemburg de tank nog even helemaal volgegooid hadden voor €1,57 per liter. Bert wilde eigenlijk doorrijden, maar ik was moe en wilde liever stoppen. Dus besloten we nog een kampeernachtje eraan vast te knopen kampeerterrein De Heerkuil, in Sint Geertruid. Dat is een van de vele mooi gelegen NTKC-terreinen (kampeerclub) waar we al veel vaker gekampeerd hebben. Ligt 3 km van de snelweg, prima plek dus.

We zetten ons kleine tentje op, het Amerika-tentje genoemd. Het heeft al vele stormen en slagregens doorstaan, zowel in de USA als in Europa. Het stond in vijf minuten en in no time zaten we aan de geitenkaas met een glas wijn ernaast. Echt honger hadden we niet, maar om nu alleen maar een stukje kaas te eten…dus maakten we een blik chili open. In Amerika vinden we die lekker, deze Franse variant kon ons niet echt bekoren. Maar goed, we werkten de smaak weg met de citroentaartjes en genoten van het uitzicht, ook hier staan we weer prachtig. Het was inmiddels begonnen met regenen, dus aten we ze in de binnentent. Voldaan konden we de slaapzak induiken. De laatste kampeernacht van de vakantie.

Morgen een update over het stappenplan ‘Kamperen kun je leren’.

Chateau de Persy

De Heerkuil.
Het is vroeger een 'echte' terrassencamping geweest,
en dat kun je nog goed zien aan de heggetjes op het onderste veld
waar wij staan. Bij alle andere NTKC-terreinen sta je gewoon op
een terrein zonder afgebakende plaatsen. 




vrijdag 21 juli 2023

Dag 25 – woensdag 19 juli: Salornay


Op vijf minuten lopen van de camping zat een bakker, een echte zoals je die hier gelukkig toch nog vaak hebt. Daar haalden we dus vers stokbrood en een paar croissants en in het ochtendzonnetje, wat hier heel aangenaam was, genoten we van het Franse leven. Na enig overleg gisteren met de beheerder van de camping was het gelukt de wifi aan de praat te krijgen waardoor ik mijn foto’s voor het blog kon laden. Dat deed ik dus eerst, en daarna gingen we naar het eigenlijke doel van ons verblijf hier. Het opzoeken van onze ‘boer en boerin’, zoals we ze al meer dan vijfenveertig jaar noemen. Ik schreef er al over in 2021 (www.reizenmetenzondertent.com, tabblad Frankrijk). Met enige spanning in het lijf reden we hun kant op. Zouden ze er nog wonen? Zou hij nog leven, het ging zo slecht met hem de vorige keer. En hoe zou het met haar zijn?

Het hek stond open, evenals de keukendeur. Maar we zagen niemand. Ik riep dus maar door de open deur of er iemand was. En gelukkig, we hoorden iets. De boerin, Elise, kwam uit de keuken tevoorschijn, zag ons, en was zó blij ons te zien! We omhelsden elkaar hartelijk. Natuurlijk viel direct op dat het wel heel stil was. Antoine, zo hoorden we, was een jaar geleden opgenomen in een verpleeghuis. Het ging echt niet meer. Hij hoorde niet goed, sprak niet meer en kon ook niet meer goed lopen. De zorg was uitstekend, vertelde Elise, maar net als hier kampt men in Frankrijk ook met een ernstig personeelstekort wat het niet altijd makkelijk maakte. Voor haar was het zwaar, zo alleen in die oude middeleeuwse boerenhoeve, met alleen nog twee kippen en een kat. Haar kinderen en kleinkinderen kwamen wel elke dag langs (niet tegelijk natuurlijk), maar toch. Ze loopt zelf tegen de negentig en dan valt het niet altijd mee. Ondanks alles zag je in haar nog steeds die taaie, sterke vrouw, die bovendien zeer goed op de hoogte was van het wereldgebeuren. Het was belangrijk om je geest scherp te houden, zei ze. Heel bijzonder.

We dronken een glas limonade en na een klein uurtje namen we afscheid. ‘We zeggen gewoon tot de volgende keer hoor!’, zo zwaaide ze ons uit. Een stuk geschiedenis voor ons allemaal.

Die avond gingen we eten in Cluny. Dat doen we daar meestal bij hetzelfde eetcafé, Café Centre. Geen hoogstandjes maar gewoon goed eten op een leuke plek. Eerst dwaalden we nog wat door het stadje, dat we zo goed kennen en dat een metamorfose heeft ondergaan sinds de eerste keer dat we er kwamen in 1979. Nu lopen er drommen toeristen door de hoofdstraat, die deels tot voetgangersgebied is verklaard. Eén ding verandert nooit, dat is de Grote Abdij. Dit voormalig klooster, gebouwd in 909, is een van de grote publiekstrekkers in dit stadje. En terecht. Van de oorspronkelijke gebouwen is nog maar 10% over, maar zelfs dat is meer dan indrukwekkend.

In Café Union, ongeveer midden in hoofdstraat, namen we een drankje. Tot mijn grote vreugde waren de knalroze plastic stoelen, zoals ze die tot een paar jaar geleden hier overal in de horeca hadden, vervangen door neutraler gekleurde exemplaren. Nu had je niet meer het gevoel in een Barbie-poppenhuis te zitten. Voor het eten hoefden we maar een klein stukje te lopen, en de gezellige drukte van onze vaste eetstek lachte ons al toe. Bert nam vooraf iets dat ik hier maar niet zal benoemen omdat ik er zelf nauwelijks naar kan kijken, maar vooruit, soms moet je ergens overheen stappen. Ons hoofdgerecht, steak Charollais, liet lang op zich wachten. Nu was het er druk, en er was ook genoeg te zien, maar na een uurtje kregen we toch de indruk dat ze ons vergeten waren. We vroegen het maar eens aan iemand van de bediening. ‘O, sorry, nou, jullie kunnen ook gewoon het biertje afrekenen hoor!’ Wat??? Geen excuses, niks. Een ander personeelslid bemoeide zich er ook mee. Ook hier geen excuses, maar alleen de opmerking dat het nu ‘heus, heus’, binnen een paar minuten op tafel zou staan. ‘Er was een probleempje in de keuken’. Daar geloofden we helemaal niets van natuurlijk. Bert was er inmiddels al zo klaar mee dat hij weg wilde lopen, maar ik had honger en het alternatief, bij de tent iets klaarmaken, vond ik ook niet aanlokkelijk klinken. Dus maar even gecheckt: kan het écht binnen een paar minuten? Ja echt. En het was ook zo. Toch was het jammer dat we de laatste avond zo af moesten sluiten. Wat ons het meest stoorde was dat ze met smoesjes kwamen, en ons zelfs niet eens iets van koffie aanboden na het eten. Maar goed, het zou ook stom zijn deze vakantie hierdoor te laten bederven dus dronken we bij de tent ons glaasje wijn (ik was de bob, dus had het bij water gehouden). Morgen vertrekken we naar huis. Misschien in één keer door, misschien met een stop onderweg. We zullen zien.

Doorkijkje naar de Abdij van Cluny

Beeld bij de camping...

...en nog een



woensdag 19 juli 2023

Dag 24 - dinsdag 18 juli: Vercause (Drôme) - Jalornay-sur-Guye (Bourgogne)

Om precies 10 uur reden we weg uit Verclause. Gisteren hadden we de tank al volgegooid, bij de Super-U was de benzine het goedkoopst van alles wat we tot dan toe gezien hadden. Bij de bakker in Rosans haalden we wat voor een na-ontbijtje, we hadden al vroeg wat toastjes met jam gegeten. Ook kochten we twee pissaladières, raar woord maar het bestaat echt. Het zijn een soort kleine pizza’s, in dit geval belegd met gekarameliseerde ui en ansjovis. Een paardenbloem heet hier trouwens een
pissenlit. Ze weten er hier wel weg mee, die Fransen.

We besloten via Grenoble te rijden, en dat was een verstandige keus zo bleek. Ten eerste was het onwaarschijnlijk mooi en ten tweede ontzettend rustig. Nadat we de hoogste bergen gepasseerd hadden was het afgelopen met het bochtjesrijden en konden we wat meer opschieten. Om een uur of één stopten we bij een boulangerie/café, waar we onze zelf meegebrachte chocoladebroodjes opaten bij een voortreffelijke kop koffie. Er zat een grote groep wegwerkers naast ons, en toen een van hen zag dat wij nét in de zon zaten schoof hij een heel eind op zodat ook wij in de schaduw konden zitten. Er bestaan genoeg aardige mensen, soms zou je het haast vergeten. Toen ik ging afrekenen kon ik het niet laten de citroen-meringue-taartjes, die Bert al had zien staan, mee te nemen.

De route liep om Lyon heen zodat we ook daar geen enkele last van het verkeer hadden, hoewel het wel veel drukker was dan op het eerste traject. Ons doel was camping La Clochette, in Savornay -sur-Guye, een municipal. Die zijn eigenlijk altijd goed, en ook deze stelde ons niet teleur. In het dorp, prachtig in het groen en met zeeën van plaats. We konden maar kiezen. Om vier uur stond de tent en konden we ons overgeven aan het kampeerleven. We aten ’s avonds eerst een geitenkaasje wat we nog in de koelbox hadden, toen de pissaladières en als toetje de citroenmerengue. Wat een feestmaal!










Dag 23 – maandag 17 juli: Verclause

Wie Provence zegt, zegt lavendel. Dus maakten wij vandaag een tochtje naar Pont-Lagrand, waar je volgens de aardige dame van de VVV de mooiste velden kon vinden. We begonnen met een schitterende rit door het middelgebergte, naar het plaatsje Orpierre. We kwamen helemaal niemand tegen en dat was maar goed ook, want het waren weer allemaal smalle weggetjes. Zomaar uit het niets doemde Orpierre voor onze neus op. Een verrassend leuk plaatsje, klein, maar wel met twee restaurantjes waarvan er ééntje open was. Daar streken we neer op het terras dat goed in de schaduw lag. We aten er een hapje, of twee eigenlijk. Naast een uitstekend klaargemaakte gratin van aardappel, gorgonzola en spekjes, geflankeerd door een echt goed aangemaakte sla (dat moet je tegenwoordig maar afwachten, soms krijg je een bak onaangemaakte rucola met een halve lepel dressing erover, succes) namen we een toetje: citroen-meringue taart. Dat was alsof er duizend engeltjes op je tong piesten, zo lekker. Net toen wij weg wilden gaan schoven er drie bergbeklimmers aan, een jongeman die de twee anderen kennelijke gegidst had. Ze hadden een rots beklommen die zo’n beetje kaarsrecht omhoog stond, vergelijkbaar met El Capitán in Yosemite. De oudste van de drie, ik schatte hem begin vijftig, was totaal uitgeput. Ze waren die ochtend om half vijf begonnen en nu was het twee uur. Hij had een massage nodig, en een jacuzzi, en een infuus met bier. Volgens eigen zeggen.

Geheel verzadigd reden we verder, op naar de lavendel. Nou, dat viel tegen. We hadden al behoorlijk wat velden gezien onderweg, de een wat beter onderhouden dan de ander, maar dit was eigenlijk niks. Ach, maakte niet uit, het was sowieso een tocht die de moeite dubbel en dwars waard was. De lavendel van vroeger schijnt veel sterker van geur geweest te zijn, maar op een goed moment werden door een ziekte alle wortels aangetast waardoor er niets meer van over was. Men is toen een nieuw ras gaan kweken dat veel beter bestand was tegen ziekte maar ook minder geurig, waardoor er nu veel meer struiken nodig zijn voor een litertje lavendel (à €1200).

Bij de tent was het redelijk te doen in de schaduw. Echt honger hadden we ’s avonds niet meer na het copieuze middagmaal, maar een geitenkaasje met een stuk stokbrood ging er prima in. Het was onze laatste avond hier. Morgen vertrekken we richting Bourgogne. Het oorspronkelijke plan om nog naar de omgeving van Uzès te gaan, met de meest fantastische zaterdagmarkt, hebben we laten varen gezien de hoge temperaturen. Veertig graden, dat wordt ons echt teveel.

Ik moet nog even iets nuanceren wat betreft het schoonmaakverhaal van het sanitair. Afgelopen dagen is er elke dag gepoetst door Flo. Toen we bij hem afrekenden vertelde hij een verhaal dat ik hier niet precies uit de doeken ga doen, maar wat wel verklaart waarom het hem af en toe even niet lukt.







Ook uitgebloeid zijn bloemen mooi



dinsdag 18 juli 2023

Dag 22 – zondag 16 juli: Verclause

Eerst zetten de sopranen in, aarzelend. Dan komen de bassen erbij, gevolgd door alten en tenoren. Een prachtig concert. Uiteindelijk luisteren we naar het Hallelujah van Händel, geroerd door zoveel moois. En dat meerdere keren op een dag. Gratis en voor niks. Zo onverwachts als het begon eindigt het ook: opeens zijn alle cicades stil. Ongelofelijk.

Deze insecten, die niets met krekels van doen hebben, houden zich schuil op de schors van de bomen. Het is moeilijk om ze in beeld te krijgen, maar uiteindelijk is het ons toch gelukt. Met de camera van Bert zelfs haarscherp, met mijn mobiel toch ook nog redelijk. Het is eigenlijk een totaal oninteressant beestje om te zien, saai en kleurloos, in tegenstelling tot het geluid wat het produceert. Er zijn mensen die er gek van worden maar wij luisteren er juist met plezier naar.

Goed zoeken!

Vanwege de hitte, die deze dagen alleen maar toeneemt, besloten we de ochtend bij de tent te blijven en pas als het te warm werd in de auto (lees: airco) te stappen. We hadden een leuk tochtje uitgestippeld met behulp van de onvolprezen detailkaarten van Michelin. Daar kan geen navigatie tegenop. Op de kaart kun je precies zien welke wegen de moeite waard zijn qua omgeving en natuur, en zo kun je heel makkelijk een route uitzetten. De belangrijkste plaatsjes hebben we vervolgens genoteerd en die onderweg steeds opnieuw ingegeven op de navigatie. Voordeel daarvan was weer dat we onderweg niet de hele tijd op de kaart hoefden te kijken.

De tocht ging langs de wat kleinere Gorges de Arnayon, door naar Bourdeaux, Dieulefit en Montbrison naar Nyons, langs de Gorges de Eygues en toen terug naar Verclause. In Dieulefit was het groot feest. We hebben er even rondgelopen tussen de bric-à-brac, met medelijden kijkend naar de mensen achter hun kraampjes in de gloeiende zon die niet anders konden dan afwachten of iemand alsjeblieft, alsjeblieft iets van hun roestige gereedschap/oude vazen/antieke(not) lampfittingen wilde kopen. Wij hebben alles al, dus aan ons hadden ze niets.

Nu komen we al meer dan veertig jaar in Frankrijk, en deze streek was ons volkomen onbekend. Het was dus een verrassing om te zien hoe mooi en afwisselend het landschap hier was. Echt een aanrader! Ook volop wandelmogelijkheden, maar daar zagen wij vanaf. Je moet de goden niet verzoeken in deze temperaturen. In Nyons, een redelijk grote stad, was het gezellig druk met veel goed bezette terrassen, daar hebben we dus een tijdje gezeten om de vochtbalans op peil te brengen.

Terug bij de tent was het inmiddels aangenaam. We aten de andere helft van de merguez, die bleken gisteren toen we ze uitpakten zó groot te zijn dat we allebei aan twee genoeg hadden. Wederom aangevuld met gebakken tomaat, wortelsalade en brood een voortreffelijk, licht maaltje. Vakantie noemen ze dat, geloof ik.




En dan hier de kaart met de uiteindelijke route, onze overnachtingsplekken met rood onderstreept