Ok, wekker gezet op zeven uur, in de auto gesprongen en precies om twee minuten over acht reden we het stadje in. Waar we recht tegen de markt opreden en pal ernaast de auto konden parkeren. Wat een deceptie, de wijkmarkt bij ons in de buurt is haast nog groter. Maar niet getreurd, eerst een lekkere bak koffie op het plein, met croissants en pain au chocolat van de naast liggende bakker. Dat is hier heel fijn, je mag overal je zelfgekochte etenswaar opeten op een terras en daar maakten we ook nu graag gebruik van. Meestal nemen we een grand crème, oftewel een grote café au lait. De tweede ronde vroeg ik hetzelfde zónder melk. Even vergeten dat we hier in Frankrijk zitten. Ik kreeg dus een dubbele espresso, zo sterk dat mijn gezicht ervan vertrok. Weet je wat, ik vraag er wat water bij. Ik liep dus met mijn kopje naar binnen waar de vriendelijke dame me al tegemoet kwam: ‘water erbij zeker? Ik breng het zo!’. Kennelijk was ik niet de enige.
De markt zelf was zoals gezegd klein, met wat stalletjes waar ze lokale producten verkochten en een paar met kleding en tassen, dat soort dingen. Hoewel we nooit genoeg krijgen van geitenkaas lieten we het toch voor wat het was, we gingen namelijk nog een flinke rondrit maken met de auto. En gesmolten geitenkaas is misschien een geweldige ontdekking voor een nieuw soort smoothie, wij besloten het aan het eind van de rit in het dorp te halen. Daar hadden ze het ook, van dezelfde geitenboer.
Vanuit Serres reden we binnendoor naar de Gorges de Méouge. Langs kleine dorpjes, waar we soms wel en soms niet uitstapten. De Gorges waren prachtig en gelukkig voor mij niet te hoog qua wegen. Het was er wel redelijk druk, zaterdag natuurlijk, en ook waren bijna alle stopplekken afgezet zodat we niet veel uit konden stappen om rond te kijken en foto’s te maken. Maar het was dubbel en dwars de moeite waard. Om weer thuis te komen moesten we in totaal drie passen over, fantastisch mooi! Geen vergelijk met de Col de Preit. (O, nog even daarover: niet iedereen leest vermoedelijk de reacties op het blog, maar Marianne stuurde er eentje met daarbij ingesloten een link die ik jullie niet wil onthouden: www.dangerousroads.org/europe/italy/3649-colle-del-preit.html. In Italië dus. Ben ik blij dat we teruggegaan zijn!) We kwamen op prachtige plekken en het mooiste was: er was niemand. Welgeteld één auto zijn we tegengekomen, bovenop de Col Saint Jean. Duitsers. Via de Col de Pierre Vesce en de Col du Reychasset kwamen we weer terug in Verclause. In totaal waren we zeven uur onderweg geweest, maar o zo de moeite waard. In de Super U deden we nog wat boodschappen: merguez met de daarbij behorende harissa, salade de carottes, paté en geitenkaasjes.
Vanuit Serres reden we binnendoor naar de Gorges de Méouge. Langs kleine dorpjes, waar we soms wel en soms niet uitstapten. De Gorges waren prachtig en gelukkig voor mij niet te hoog qua wegen. Het was er wel redelijk druk, zaterdag natuurlijk, en ook waren bijna alle stopplekken afgezet zodat we niet veel uit konden stappen om rond te kijken en foto’s te maken. Maar het was dubbel en dwars de moeite waard. Om weer thuis te komen moesten we in totaal drie passen over, fantastisch mooi! Geen vergelijk met de Col de Preit. (O, nog even daarover: niet iedereen leest vermoedelijk de reacties op het blog, maar Marianne stuurde er eentje met daarbij ingesloten een link die ik jullie niet wil onthouden: www.dangerousroads.org/europe/italy/3649-colle-del-preit.html. In Italië dus. Ben ik blij dat we teruggegaan zijn!) We kwamen op prachtige plekken en het mooiste was: er was niemand. Welgeteld één auto zijn we tegengekomen, bovenop de Col Saint Jean. Duitsers. Via de Col de Pierre Vesce en de Col du Reychasset kwamen we weer terug in Verclause. In totaal waren we zeven uur onderweg geweest, maar o zo de moeite waard. In de Super U deden we nog wat boodschappen: merguez met de daarbij behorende harissa, salade de carottes, paté en geitenkaasjes.
Mooi opgeknapte oude wasplaats in Eygalayes |
Val Buëch Meouge |
Doorkijkje in Ventavon |
Valle Buëch Meouge |
Ventavon |
Savournon |
Intussen was de temperatuur zo gestegen dat we besloten verder niets te doen. We zetten de stoelen in de schaduw en hadden een late lunch. Ik nam vrij van het bloggen en las in één ruk mijn boek uit. Bert was gisteren al begonnen in het boek van Nico Dros; Willem die Madoc maakte.
Om een uur of acht kregen we weer trek en het koelde een beetje af zodat we onze stoelen weer verplaatsten naar de kookplek, voor de tent. Daar aten de goddelijk lekkere merguez, aangevuld met dikke plakken gebakken vleestomaat, salade en brood. Toen het echt te donker was om te lezen bleven we nog even zitten om te zien of Reintje de Vos zich nog zou vertonen. Die heeft hier namelijk zijn domicilie, samen met zijn familie. Hopelijk hebben zij wél schoon sanitair.
Om een uur of acht kregen we weer trek en het koelde een beetje af zodat we onze stoelen weer verplaatsten naar de kookplek, voor de tent. Daar aten de goddelijk lekkere merguez, aangevuld met dikke plakken gebakken vleestomaat, salade en brood. Toen het echt te donker was om te lezen bleven we nog even zitten om te zien of Reintje de Vos zich nog zou vertonen. Die heeft hier namelijk zijn domicilie, samen met zijn familie. Hopelijk hebben zij wél schoon sanitair.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten