maandag 3 juli 2023

Dag 7 - Zaterdag 1 juli: Stara Fuzina – Venetië (camping La Serenissima)

Heel veel Slovenen hebben een datsja in de bergen. Een eenvoudig hutje, soms kunnen ze er niet eens slapen maar komen ze er gewoon overdag, in weekenden en vakanties. Tijdens een van onze eerdere vakanties, lang geleden, werden we door Marija en Joze meegenomen naar dat van hen. Inmiddels hebben ze het allang niet meer, maar toentertijd maakten ze er regelmatig gebruik van. Brood en kaas mee, én een fles slivovitsj. Onderweg naar Poljuka (een hoogvlakte in het Triglav gebied) waar hun datsja stond, maakten we eerst wat tussenstops bij bevriende Slovenen. Overal kwam natuurlijk de fles op tafel, er was geen ontkomen aan. Hoe later het werd, hoe meer iedereen in de olie was. Bijna bij hun eigen datsja aangekomen raakten ze aan de praat met ene Olga. Die kon werkelijk niet meer op haar benen staan. Maar, ze moest wel naar haar eigen onderkomen. Geen schijn van kans echter dat dat haar op eigen kracht zou lukken. Sterker nog, ze had in het geheel geen kracht meer over. Goede raad was duur. Wat nu? Nou, Joze wist wel wat. Hij toverde ergens een ladder vandaan, en met hulp van Bert werd Olga op de ladder gelegd. Gierend van het lachen probeerden ze haar over de helling naar huis te vervoeren, en uiteindelijk is het nog gelukt ook. Als iemand zich afvraagt waar de uitdrukking ladderzat vandaan komt, hier dus. Krankzinnig. En een prachtherinnering.

Om kwart voor acht vanmorgen namen we afscheid van onze vrienden. Marija was duidelijk aangedaan en bezwoer ons nog een keer terug te komen. We werden uitgezwaaid en reden voorlopig voor de laatste keer met gevaar voor eigen auto door de smaller dan smalle straatjes, bij elke hoek bang dat het tóch net niet zou lukken. Maar we kwamen ongeschonden aan bij het treinstation van Bohinsjka Bistrica, waar we de auto op een gammel uitziend treinstel mochten rijden. Na ons volgden nog 13 andere auto’s zodat we met een lange sliert de tunnel inreden. Doel van de reis: Most na Soce. Van daaruit was het dan nog een uurtje of twee naar de camping bij Venetië. Die tunnels waren werkelijk stikdonker. Gelukkig waren we daarop voorbereid en gebruikten we de tijd om in onze ereaders-met-lampje te lezen. Nadat we de tunnels gepasseerd waren, duurde al met al een minuut of twintig, reden we door een licht glooiend landschap naar onze eindbestemming. Achteruit rijdend kwamen we weer van het treinstel af en konden we onze weg vervolgen. In Kanal, een klein dorpje aan het water, dronken we koffie en aten we een groot stuk taart, kaliber halve vlaai. Dat kunnen ze hier net zo goed als in Duitsland en Oostenrijk, taarten bakken. Ik zou iemand willen uitdagen in Groningen zo’n taartenwinkel te beginnen, daar houdt het zo’n beetje op bij appel- en schuimtaart. Vlak voor de grens gooiden we de tank nog even vol. In Slovenië hoef je nooit op zoek naar het goedkoopste tankstation: de benzine is overal even duur.



In de rij voor de trein




Kanal



Piep! En weer piep! hoorden we toen we de tolpoort in Italië passeerden. We hadden in Nederland al een tolbadge aangeschaft voor Italië, Frankrijk, Spanje en Portugal, dat is een apparaatje dat je in een houder op je voorruit klikt. Ideaal! Bij de tolpoort wordt het gescand en dan gaat de slagboom omhoog. We konden zo doorrijden. De rekening volgt later, het wordt automatisch afgeschreven. Bip and Go, een aanrader!

Het was heel rustig op de weg, en om drie uur reden we de camping op. De derde keer dat we hier waren. Ook hier was het heel rustig, en op het achterste veld stond bijna niemand. Overal is schaduw, en in no time hadden we de tent opgezet op een ruime plek. ‘Mevrouw, dat palletje van de stekker moet naar boven wijzen!’ Tja, dat krijg je als je nog nooit eerder stroom hebt afgenomen bij het kamperen. Ik stond kennelijk zichtbaar een beetje te klungelen en de vlak na ons gearriveerde Nederlanders hadden dat direct in de gaten. Maar eenmaal ingeprikt snorde de koelbox al gauw als een tevreden kat in het zonnetje.



Aan zelf koken doen we nog niet erg. Er is hier een uitstekend restaurantje, net als de camping gerund door de familie. Oma achter de kachel, de dochters en kleinzoon in de bediening. We hielden het bij een pizza, die zoals verwacht smaakte als… een echte goede Italiaanse pizza. Dunne bodem en knapperige korst. De tiramisu was onovertroffen lekker en met de wijn spoelden we alles weg. Kosten: €28….






















Geen opmerkingen:

En dan hier de kaart met de uiteindelijke route, onze overnachtingsplekken met rood onderstreept