woensdag 5 juli 2023

Dag 9 – maandag 3 juli: Venetië (Murano)

Met een plof zakte hij neer op de bank tegenover ons. Rood en verhit. We zaten op de boot naar Murano, een van de kleine eilandjes bij Venetië. Onze bootkaart was ook vandaag de hele dag geldig, en omdat de Biënnale vandaag gesloten was hadden we besloten aan eilandhopping te doen. Eerst naar Murano, dan naar Burano en eventueel nog naar het veel kleinere Torcello.

Het bleek een Canadees, de man die eruit zag alsof hij zojuist de marathon had gelopen. Natuurlijk wilde hij weten waar we vandaan kwamen en wat we gingen doen. En of we nog werkten? Hijzelf was net een jaar met pensioen, en dat beviel hem uitstekend. Zijn vrouw, die zich verscholen had in de krochten van de boot, moest nog zes jaar en zat dat tenenkrommend uit. Hij was docent geweest op een middelbare school waar hij natuurkunde en Frans gaf. Zijn vrouw gaf ‘les’ in de kinderopvang (bij ons heet dat een pedagogisch medewerker). Hij vond dat de pensioenleeftijd veel te hoog was en snapte niet waarom mensen zo lang door moesten werken. Tot welke leeftijd dan? Tot 55 jaar…dus zijn vrouw was 49! Toen ik vertelde hoe dat bij ons en de meeste omliggende landen geregeld was viel hij bijna van de bank. Barbaars, vond hij.

Inmiddels hadden we het systeem van de bootdiensten aardig door. Waar we nog niet aan gewend waren was de manier waarop je óp die boot moest zien te komen. Niks rij, niks achter aansluiten. Er was maar één manier: dringen. Alsof ze allemaal tegelijk een brandend voetbalstadion moesten verlaten, zo probeerden de mensen een plekje te veroveren. De vergelijking met volgestouwde vluchtelingenboten drong zich aan me op, en meteen was mijn chagrijn verdwenen. Op geen enkele manier te vergelijken natuurlijk. Dit was een keuze, een luxe keuze. Dan neem je het dringen en het staan voor lief.

De boot deed er ongeveer een uur over. Eenmaal aan land op Murano waren de mensenmassa’s gauw verdwenen. Wij gingen linksom, de meesten rechtsom. Direct bij aankomst stonden er proppers om ons de glasblazerijen binnen te lokken. Dit is namelijk het eiland van het glas. We lieten ons niet verleiden en verkenden de rustige straatjes. Net als in Venetië loopt er ook hier een Canal Grande door de bebouwing, een mini-uitvoering van de grote stad. En ook net als daar, en in alle andere toeristische steden ter wereld, werd je doodgegooid met winkeltjes met de plaatselijke specialiteit, glas in dit geval. Vermoedelijk voor het grootste deel made in China.

Bij een klein ijs- en koffiebarretje stopten we voor een, jawel, bakje koffie en een ijsje. De man achter de toonbank waarschuwde: buiten is het duurder hoor! Ok, prima. We wilden hoe dan ook even zitten, en in plaats van €2 zou de koffie 2,20 zijn, daar zouden we niet van wakker liggen. Het was een leuk plekje, er kwam van alles langs. Zo ook een dame met schoenen aan waar ze niet op kon lopen, hoewel ze het dapper probeerde. Maar ze dienden een heel ander doel, die schoenen: na elke tien meter strompelen zette haar vriendin haar in een modieuze stand op de foto. Het kan verkeren.
Ik ging naar binnen om af te rekenen en vroeg voor de zekerheid even na of de rekening wel klopte, €16. Ja hoor, de koffie was €5. Ach, die dingen gebeuren. Het kan altijd erger. Ooit, in Canada, betaalden we nog vele malen meer. Zie hiervoor deze link: https://www.reizenmetenzondertent.com/2011/08/dag-20-6-augustusvan-clinton-naar.html

Een van de bezienswaardigheden in Murano was de basiliek San Donato. Het was wel een eindje lopen, in de hitte die inmiddels tot categorie ‘snoei’ verheven was. We kwamen onze buurtjes van de camping tegen, een stel jonge Fransen met een allerschattigst dochtertje van elf maanden. Juliette, heette ze, en ze toverde onmiddellijk haar grootste glimlach tevoorschijn toen ze ons zag. Ik sla nu even een zijpaadje in voor ik verderga. Mocht je van plan zijn met kinderen jonger dan 10 jaar naar Venetië en omstreken te gaan: Doe Het Niet! Er is namelijk helemaal niets leuks aan voor ze. Je moet ze ontzettend goed in de gaten houden vanwege het gedrang, vooral op de boten maar ook in de stad zelf, vanwege al het water. Peuters en kleuters hingen in draagzakken, krijsend vanwege de hitte en de dorst. Overal zagen we lamlendige, apathisch kijkende kinderen meegesleurd worden door hun ouders. Het was bijna kindermishandeling. Ik bedoel, wij zochten ook altijd het water op toen de kinderen klein waren, maar niet in een stad.

Ok, terug op de hoofdweg richting basiliek. Trappen op, trappen af. De bruggen zijn hier hoog, zodat de gondels en ander vaartuig er makkelijk onderdoor kan, maar dat betekent dat je als voetganger vele treden het hoofd moet bieden. We kwamen bij de basiliek, die bleek gesloten wegens renovatie. Dus maar weer trap op, trap af. Bij de haven vroeg ik waar de boot naar Burano vertrok, en ik kreeg een antwoord dat ik niet begreep. Tot het tot me doordrong, de man sprak Frans. Zagen wij er zo Frans uit dan? ‘Daar is de rij, achter aansluiten graag’…er stond een meterslange rij mensen te wachten. Ja hoor. Na een minuut of wat wachten konden we de boot op. Rennen voor je leven, survival of the fittest, dus wij gaven alles maar belandden toch in een soort tussenruimte waar we net als honderd anderen moesten staan. Na een kwartiertje werd ik op mijn schouder getikt door iemand. Er was een stoel voor me, om de hoek! Dank u hartelijk. Ik nam plaats op het rijtje stoelen dat gereserveerd was voor 70-plussers (kennelijk hebben al mijn botox-behandelingen niet gewerkt), verder bevolkt door kinderen en jongeren. Zo gaan die dingen hier. Bert bleef staan waar hij stond, hij is nog jong tenslotte.

Waar Murano het eiland van het glas is, is Burano dat van het kantklossen. Dus, je raadt het al, werkelijk overal werd je doodgegooid met kant. Kanten kleedjes, kanten bloesjes, kanten mutsjes, kanten theedoeken, kanten weet-ik-veel, alles tegen alleszins onredelijke prijzen. Het was er ook veel en veel drukker dan op Murano. Na ons een kwartier in bochten te hebben gewrongen om anderen te ontwijken keken we elkaar aan: we gaan terug! Torcello lieten we voor wat het was. Wederom op een volle boot voeren we in een uurtje naar het San Marco-plein, waar we over moesten stappen op een boot die ons naar het piazzale Roma zou brengen alwaar we de bus naar de camping konden nemen. De boothalte waar we zijn moesten was een klein stukje lopen. Even overwogen we om te voet te gaan, maar gezien de hitte vonden we dat toch geen goede optie. Gelukkig was het op deze boot nu eens niet druk en we vonden allebei een zitplaats. Na een minuut of tien begon ik te twijfelen; ging hij wel de goede kant op? Het leek me van niet. Bij de volgende stop toch maar even gevraagd. Nee, deze gaat heel ergens anders naartoe! Shit. Hebben wij weer. Voor het Hilton Hotel stapten we uit, maar nergens zagen we een andere opstapmogelijkheid. Bij navraag bleek dat we een heel stuk verderop moesten zijn, daar zou een boot ons dan weer terugbrengen naar het San Marco-plein. We liepen langs een klein bakkertje waar we een stuk broodpizza kochten, en langs een groentewinkeltje waar we kersen, tomaat en komkommer insloegen. Zo, ons avondeten was in elk geval gered (het restaurant dicht op maandag). Uiteindelijk vonden we de goede boot, stapten bij San Marco over op de boot naar de bushalte, bevochten ons een plaatsje in de bus en waren om half zeven thuis. Om half vier waren we weggevaren van Burano. Ik zei het al, fijn dat we het systeem van de bootdiensten zo goed door hadden.












Geen opmerkingen:

En dan hier de kaart met de uiteindelijke route, onze overnachtingsplekken met rood onderstreept