woensdag 5 juli 2023

Dag 10 – dinsdag 4 juli: Venetië (Biënnale dag 2)

Tsjechen, Slovaken, Oostenrijkers, Italianen, Belgen, Fransen, Nederlanders en nog zo wat andere nationaliteiten: je vindt ze allemaal hier op de camping. Wat je noemt een internationaal gezelschap. Je zou denken dat het heel lawaaierig is, maar het tegendeel is waar. Na 22.00 is het overal stil, evenals overdag maar dan is iedereen op pad. Er zijn veel tentkampeerders en ook de daktenters laten zich niet onbetuigd, ik telde er vanmorgen zes op het kleine stukje naar het sanitairgebouw. De hype die enkele jaren geleden begon heeft zich doorgezet. Nu laat praktisch iedereen hier de auto – en dus de tent – staan, maar als je er regelmatig op uittrekt lijkt het me wel een heel gedoe. Je moet elke keer alles opruimen en inklappen. Vandaag viel het me voor het eerst ook op dat je in zo’n tent niets kunt opbergen. Alles staat dus buiten, naast de auto. Als het regent, wat het vannacht deed, moet je dat ook allemaal weer ergens opbergen.
Net als in Slovenië zagen we hier trouwens ook veel Berlingo’s. Vaker de Citroën-variant dan de Peugeot Partner, van dezelfde fabriek. Kennelijk zijn er hier meer mensen geporteerd van dit kleine vrachtwagentje dan in Nederland. We vallen in elk geval niet op.

Vandaag gingen we het tweede deel van de Biënnale bezoeken: in het Arsenal. Waar het in het Giardini uit allemaal verschillende paviljoens bestond ging het hier om een enorm langgerekt gebouw waarin de vele projecten rondom het thema Future gepresenteerd werden. Het voert te ver om ze allemaal van uitleg te voorzien, dus ik volsta met tekstloze foto’s. Er waren o.a. heel veel maquettes, de een nog mooier dan de andere. Veel digitale presentaties ook. Het kostte ons bijna drie uur om alles in deze voormalige wapenopslag te zien. Er kwam geen eind aan. In positieve zin dan, het was geweldig. ’s Morgens hadden we in een supermarktje wat eten en drinken ingeslagen bij wijze van lunch, en dat aten we lekker buiten op. Nadat we ook de bovenverdieping meegenomen hadden kwamen we in het buitengedeelte terecht. Dat betekende veel lopen in de zinderende hitte, maar het was het waard! We moesten natuurlijk ook nog terug. Door diezelfde hitte. Daar had de organisatie wat op gevonden, er waren van die Schiphol-wagentjes ingezet en een vriendelijke dame reed ons, alsof de duivel haar op de hielen zat, in no time naar de uitgang die toch drie kilometer verderop was. Waarschijnlijk was ze altijd blijven dromen van een carrière als autocoureur.

Deze keer namen we direct de goede boot, en om vijf uur pakten we de bus terug. Op het nippertje konden we een paar stoelen helemaal achterin confisqueren. Naast ons zat Ilja Pfeiffer. Althans, daar leek hij sprekend op. Vlakbij ons lurkte een stel Duitsers aan grote flessen bier. Ik herinnerde me opeens dat we dat in Berlijn ook vaak zagen, bier drinkende mannen (ja, altijd mannen) in de metro. Eén keer was er eentje zo straal bezopen dat hij alles liet lopen. Toen hij uitstapte bleef er een kletsnatte plek over op het bankje.

De bus reed, zoals alle bussen hier, keihard. Het was een kwestie van goed opletten, want voor je het wist was je de camping voorbij. Precies op tijd drukte Bert op de stopknop, en precies niet op tijd stopte de bus. Dat wil zeggen, hij stopte een halte te laat. Hadden wij weer. We besloten maar terug te lopen, het was niet zo heel ver. Wel met gevaar voor eigen leven want het was een smalle weg waarvan iedereen kennelijk dacht dat het Circuit Zandvoort was. Maar het was te doen, en deze keer waren we al om zes uur bij de tent. We aten weer bij het restaurantje, er wordt zo lekker gekookt dat je wel gek zou zijn om dat over te slaan. Koken? Zelf? Welnee!

































Geen opmerkingen:

En dan hier de kaart met de uiteindelijke route, onze overnachtingsplekken met rood onderstreept